Muziekleer

Auteur: A.R. Peters,


Akkoord-progressies

  1. Cirkelprogressie
  2. Cadens
    1. Turnarounds
    2. Andalusische cadens
  3. Akkoord-schema's
    1. Bluesschema
    2. Andere akkoord-schema's
  4. Links

Cirkelprogressie

Gebaseerd op de kwintencirkel: wanneer men alleen de diatonische tonen gebruikt, en daalt met kwinten (of stijgt met kwarten):

Majeur:

		C F B E A D G C
	stijgend:5 6 5 5 5 5 5
	dalend:  7 6 7 7 7 7 7

mineur:

		A D G C F B E A
	stijgend:5 5 5 5 6 5 5
	dalend:  7 7 7 7 6 7 7

Er zit dan dus 1 overmatige kwart (tritoon) oftewel 1 verminderde kwint in de reeksen, tussen F en B.

De akkoorden op de toonladder van C-Majeur zijn:

ICC-E-G
iiDmD-F-A
iiiEmE-G-B
IVFF-A-C
VGG-B-D
viAmA-C-E
viiB0B-D-F

op de 7e trap dus een verminderde drieklank.

De akkoorden op de toonladder van A-mineur zijn:

iAmA-C-E
iiB0B-D-F
IIICC-E-G
ivDmD-F-A
vEmE-G-B
VIFF-A-C
VIIGG-B-D

de verminderde drieklank zit hier dus op de 2e trap.

In de cirkelprogressie wordt de volgorde dus:
In (C-)Majeur:

	I IV vii0 iii vi ii V I
	C F  B0   Em  Am Dm G C

De dalende sequentie naar de grondtoon vi-ii-V-I (in C: Am-Dm-G-C) is een veel gebruikte cadens (zie hieronder).

In (A-)mineur:

	i  iv VII III VI ii0 v  i
	Am Dm G   C   F  B0  Em Am

In plaats van de B0 kan men mogelijk beter weer een C spelen: de stappen worden dan een kwint en grote terts. Wanneer men een Bb speelt (vgl. Napolitaans akkoord) dan worden de stappen een kwart en weer een verminderde kwint.

Cadens

In klassieke tonale muziek eindigt men een frase, sectie, of stuk met een akkoord op de tonica (T=I). Voorafgaand hieraan bouwt men spanning op, die door het slotakkoord wordt opgelost. Die progressie noemt men cadens (Lat.:"vallend"). De klassieke authentieke cadens (volledig slot) is:

	  T-S-D-T
	= I-IV-V-I	of ook wel
	= I-IV-V7-I

Bijv. in C-mineur (C D Eb F G Ab Bb c):

AkkoordTonen2e omkering
iCmC-Eb-G
ivFmF-Ab-cC-F-Ab
v7Gm7G-Bb-d-fD-F-G-Bb
iCmC-Eb-G

Andere veelgebruikte cadensen zijn:

IV-I heet plagale cadens, vaak gebruikt op het afsluitende "amen" in hymnen.
ii-V-I of completer vi-ii-V-I is het laatste stuk van de cirkelprogressie, en wordt in de Jazz veel gebruikt.
iv7-bVII7 uit Jazz wordt de "backdoor" genoemd omdat hij, op een andere manier dan de "frontdoor" ii-V, ook leidt naar het grondakkoord (I).
bIII, bVII zijn geleend uit de parallelle mineur-ladder.

Blues en Jazz turnarounds

In blues wordt vaak een cadens als de volgende gebruikt:

	V-IV-I-V

De daling naar de tonica (I) vanaf de dominant V via subdominant IV klinkt achterstevoren, in de klassieke authentieke cadens leidt de IV naar de V voor maximale spanning om op te lossen naar de I. Verder vervolgt de cadens met weer een V: dat is dan een brug (bridge) naar een herhaling (turnaround) van de eerste sectie van het bluesschema dat begint met het akkoord op de tonica (I).

In Jazz gebruikt men vaak een turnaround gebaseerd op de cirkelprogressie:

	I-vi-ii-V

De V aan het eind van de sectie functioneert weer als brug naar een herhaling van het schema dat begint met het akkoord op de tonica (I).

In de zgn. "Coltrane changes" worden die akkoorden vervangen door akkoorden die niet een kwint maar een grote terts van elkaar liggen. Hierdoor ontstaat multi-tonaliteit: er wordt herhaaldelijk gemoduleerd tussen 3 verschillende grondtonen op een grote terts afstand van elkaar.

Andalusische cadens

In flamenco-muziek wordt nogal eens de volgende cadens gebruikt:
een viertal drieklanken die de diatonische ladder aflopen van A naar E. Als men aanneemt dat het laatste akkoord op de toonaard ligt is die dus E, en gaat het om de Frygische modus (met E als grondtoon: E F G A B C D e). Deze verschilt van de gewone Aeolische (mineur) ladder dat de tweede trap slechts een halve toon boven de tonica ligt. Deze dalende progressie met intervallen van een hele, hele, en halve toon noemt men de Frygische progressie, en werd ook in de Barok veel gebruikt om het gevoel van een zucht op te roepen.

Deze eenvoudige cadens kan op minstens 4 manieren geanalyseerd worden:

1: Akkoorden volgens Frygische modus:

	iv:	Am: A-C-e
	(b)III:	G:  G-B-D
	bII:	F:  F-A-C
	I:	E:  E-G#-B

De eerste drieklank, op A, is een mineur, de volgende twee majeur. De toonafstand tussen het voorlaatste en laatste akkoord (F en E) is slechts een halve toon, en als het laatste akkoord als E-mineur (E-G-B) wordt gespeeld klinkt de cadens niet geheel opgelost. In het slotakkoord verhoogt men echter de 3e trap zodat dit een majeur-akkoord wordt volgens de Frygische dominante of Frygische majeur-ladder (Spaanse zigeunerladder).

2: In tonale analyse begint en eindigt een cadens in mineur met akkoord i; hij eindigt hier echter niet met i, maar als slotakkoord gebruikt men het dominant-akkoord (V), waarin men echter de 3e trap, welke overeenkomt met de ondertonica (7e trap) van de toonsoort, verhoogt zodat deze een leidtoon wordt naar de tonica.
Voor natuurlijke of melodische mineur-ladders (voor A-mineur):

	i:	Am: A-C-E
	VII:	G:  G-b-d
	VI:	F:  F-a-c
	V:	E:  E-G#-b

3: Voor de harmonische mineur-ladder (7e trap verhoogd tot leidtoon van de tonica, 3 halve tonen boven de 6e trap):

	i:	Am: A-C-E
	bVII:	G:  G-b-d
	VI:	F:  F-a-c
	V:	E:  E-G#-b

Het tweede akkoord, op de 7e trap, moet dan weer verlaagd worden, maar in het majeur slotakkoord op trap V wordt wel de verhoogde trap gebruikt om een leidtoon te krijgen.

4: In de parallelle toonaard (Majeur) van de mineur-ladder, komt de 1e trap (grondtoon) van de mineur-ladder overeen met de 6e trap van de majeur-ladder, en de 5e trap in de mineur-ladder komt overeen met de 3e trap (5+5-7=3) in de majeur-ladder. Dan wordt dan de notatie van het akkoordschema (uitgeschreven voor C-Majeur):

	vi:	Am: A-c-e
	V:	G:  G-B-d
	IV:	F:  F-A-c
	III:	E:  E-G#-B

Op de flamenco gitaar speelt men doorgaans "por arriba" in A-mineur oftewel E-Frygisch (E F G A B C D e); of "por medio" in D-mineur oftewel A-Frygisch (A Bb C D E F G a):

in A-mineur:

	Am:	A-C-e
	G:	G-B-D
	F:	F-A-C
	E:	E-G#-B

in D-mineur:

	Dm:	D-F-a
	C:	C-E-G
	Bb:	Bb-D-F
	A:	A-C#-E

Hier kan men niet de diatonische ladder aflopen en de drieklank B-D-F spelen want B-F is een disharmonische verminderde kwint (tritoon). De 6e trap van de D-mineur-ladder is echter geen B maar een Bes en daarom kan men hier het majeur-akkoord Bb-D-F spelen, waardoor het een Frygische progressie wordt. Ook hier eindigt men op A met het majeur-akkoord en niet het mineur-akkoord met alleen stamtonen.

De Lokrische modus (grondtoon B) kent dezelfde cadens:

	Em:	E-G-B
	Dm:	D-F-A
	C:	C-E-G
	B0:	B-D-F	of B:  B-D#-F#

De afsluitende triade op B omvat weer de disharmonische verminderde kwint B-F. Hier kan men niet de bastoon verlagen zoals bij de cadens in D-mineur, want dan is de laatste stap een hele toon en dan is het dus geen Frygische progressie meer. Verhogen van de F levert Bm = B-D-F#, en de Fis past in de Frygische modus op B, maar de cadens klinkt niet opgelost als hij eindigt met een mineur-akkoord, zeker niet als hij wordt voorgegaan door het C-Majeur akkoord. Verhogen we echter zoals bij de andere modi ook de 3e trap (Frygische majeur modus op B), dan kunnen we het B-Majeur akkoord B-D#-F# spelen dat beter klinkt.

Als je de laatste mineur-modus, de Dorische (grondtoon D), dalend speelt:

	G:	G-B-d
	F:	F-A-C
	Em:	E-G-B
	Dm:	D-F-A

klinkt het ook beter om te eindigen met een majeur-akkoord: D (D-F#-A).

Akkoord-schema's

Bluesschema

Blues schema's bestaan uit akkoorden op de trappen I, IV en V van de toonaard (3 akkoorden nummer; geldt trouwens ook voor Country music: Noot); vaak dominante septiem-akkoorden I7, IV7, V7. Soms worden de akkoorden vervangen door terts-verwante akkoorden: IV door II of VI, V door III of VII. Het standaard schema (ontwikkeld door W.C. Handy in het begin van de 20e eeuw) is 12 (soms 8 of 16) maten; vaak wordt een dominant septiem akkoord gespeeld als laatste voor wisseling naar een ander akkoord.
Concreet:

AkkoordC-MajakkoordA-min
ICC-E-GiAmA-C-E
I7C7C-E-G-Bbi7Am7A-C-E-G
IVFF-A-CivDmD-F-A
IV7F7F-A-C-Ebiv7Dm7D-F-A-C
VGG-B-DvEmE-G-B
V7G7G-B-D-Fv7Em7E-G-B-D

Veel voorkomende Blues akkoord schema's zijn:

	|| I I I I | IV IV I I | V V  I I ||
	|| I I I I | IV IV I I | V IV I V ||

Andere akkoord-schema's

NL:

EN: